Wetboek van Strafvordering
Artikel 276
1
Indien op de terechtzitting blijkt dat de bijstand van een tolk nodig is, beveelt de rechtbank de oproeping van een tolk; bij niet verschijning kan de rechtbank een bevel tot medebrenging geven.
2
Als tolk wordt slechts toegelaten degene die niet reeds in een andere kwaliteit aan het onderzoek deelneemt.
3
Voordat de tolk zijn werkzaamheden aanvangt, beëdigt de voorzitter de tolk dat hij zijn taak naar zijn geweten zal vervullen. Artikel 216, tweede lid, betreffende de vervanging van de beëdiging door een aanmaning is van overeenkomstige toepassing. De beëdiging blijft achterwege indien het een beëdigde tolk in de zin van de Wet beëdigde tolken en vertalers betreft.
4
De verdachte die daarvoor redenen aanvoert, kan de tolk wraken. De rechtbank doet daarover terstond uitspraak.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BB7756, Hoger beroep, 20-003134-06
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
31-10-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof 's-HertogenboschVerzoek schadevergoeding ex artikel 89 Sv. Begrip "zaak" in dit artikel uitgelegd zoals in artikel 591a Sv. In één arrest is verzoeker ontslagen van alle rechtsvervolging terzake van mishandeling - waarvoor hij in voorarrest heeft gezeten - en veroordeeld voor een andere mishandeling - waarvoor geen voorarrest is toegepast...